Al voor ons trouwen hadden Ramon en ik besloten om voor 5 maanden naar Israel te gaan. Ramon was derdejaars voor de studie Maatschappelijk Werker en moest een 10 maanden stage volgen. Het leek ons beiden heel tof om naar een land te gaan waar maatschappelijk werk echt nodig was, dus ons eerste idee was Afrika. Specifiek: Oeganda. Mijn moeder was daar geweest en had daar een kennis die een speciaal centrum had voor slachtoffers van de burgeroorlog. En op het moment dat we dat bedachten, was de betreffende kennis van mijn moeder ook nog eens ‘toevallig’ in Nederland.
Wij zagen het helemaal voor ons: dit was de leiding van God, Hij wilde dit en het zou geweldig worden. We hadden de tickets al zo goed als geboekt en wisten al precies welke visums en inentingen we nodig hadden. We moesten het alleen nog ‘even’ met die mevrouw overleggen. Maar goed: wie wil nou niet gratis de hulp van een pas afgestudeerde jongerenwerker en een maatschappelijk werk studerende man? Voor ons idee was het al in kannen en kruiken, dus vol goede moed gingen wij naar de dienst waar de mevrouw moest spreken om ons idee aan haar voor te leggen. Van tevoren hadden we wel gebeden dat God ons duidelijk zou laten zien of het wel of niet moest, door de evangelisch spreekwoordelijke deur óf wagenwijd open te zetten, óf goed op slot te doen. We hadden namelijk ondanks onze grote plannen en dromen een heel groot besef van Gods plannen en waren vastbesloten om die als stel te volgen.
Kwamen wij even van een koude kermis thuis! De mevrouw in kwestie waardeerde ons idee heel erg en zag ook zeker wel dat het zou kunnen, maar eigenlijk had ze niet het werk voor ons om te komen helpen. Het was geen harde nee, maar ook zeker niet de enthousiaste ‘ja’ waar wij op hadden gehoopt. Een klein beetje verslagen kwamen we thuis, waar we na wat overleg tot de conclusie kwamen dat deze deur eerder dicht was dan wagenwijd open. Maar goed, het plan van 5 maanden naar het buitenland zat nu toch wel echt in onze hoofden en harten en dat wilden we toch door laten gaan. Dus we baden opnieuw: God wilt u ons dan de plek laten zien waar u ons wel wilt hebben? In eerste instantie leek het stil te blijven, dus bedachten wij ons dat we dan beter zelf in beweging konden blijven. Een bewegend voertuig is tenslotte makkelijker te draaien dan een stilstaand voertuig! Ik legde wat contacten met verschillende kerken en struinde Google af naar toffe stageplekken in Oeganda en Zuid-Afrika. Na een aantal weken zoek- en mailwerk, was er nog niet echt iets concreets op ons pad gekomen en we vonden het maar erg vervelend dat we niets konden vinden, wat ook nog eens betaalbaar was voor een stel zonder goed inkomen.
Ik wil u overal volgen, maar Israel?!
In die tijd werkte Ramon bij de Albert Heijn in de vulploeg van de groente-afdeling. Hij moest hiervoor op de onchristelijke tijd van half 5 in de ochtend aanwezig zijn, maar daarvoor wel nog een half uurtje fietsen. Voordat hij hierheen vertrok, hield hij ook nog trouw zijn stille tijd. Tijdens de bewuste stille tijd op dit onmogelijke tijdstip hoorde Ramon God tegen hem zeggen dat hij Zacharia 1 moest lezen en dat we naar Israel moesten gaan. Daarbij vertelde God ook nog aan Ramon dat een stage vinden geen enkel probleem zou worden, dus dat we ons daar vooral geen zorgen over moesten maken. Dat laatste detail vertelde Ramon mij in eerste instantie niet. Dit was niet bewust, hij Whatsappte me heel simpel: ‘Ik denk dat God zegt dat we niet naar Afrika, maar naar Israel moeten.’